ARFID

Wat is de vermijdende / restrictieve voedselinnamestoornis (ARFID)?

De vermijdende/ restrictieve voedselinnamestoornis wordt gekenmerkt door een duidelijk gebrek aan interesse in eten of voedsel, het vermijden van voedsel vanwege de sensorische kenmerken (geur, kleur, smaak, textuur) ervan of vanwege de angst voor de aversieve gevolgen (kokhalzen, verslikken, overgeven, stikken, buikpijn etc.) In de wandelgangen wordt deze voedingsstoornis vaak aangeduid met de afkorting ARFID (Avoidance Restrictive Food Intake Disorder), de Engelse benaming.

Bij deze eet- of voedingsstoornis kan er sprake zijn van gewichtsverlies en/of voedingsdeficiëntie (een tekort aan voedingsstoffen die onmisbaar zijn voor een goede werking van het lichaam), en/of afhankelijkheid van sondevoeding of orale voedingssupplementen en/of een duidelijk interfereren met het psychosociale functioneren. Daarnaast kan er ook sprake zijn van gewichtstoename omdat iemand alleen bepaald energierijk voedsel eet. Deze aandoening kan het psychosociale functioneren (bijvoorbeeld uit eten of op vakantie gaan, kan voor mensen met ARFID erg moeilijk zijn). Mensen met ARFID kunnen depressieve klachten ontwikkelen en daardoor in een sociaal isolement raken. Bij deze eet- of voedingsstoornis hebben mensen in tegenstelling tot de andere eet- of voedingsstoornissen geen vestoord lichaamsbeeld.

Enkele voorbeelden van een vermijdende/ restrictieve voedselinnamestoornis zijn:

  • Heel kieskeurige eters, bijvoorbeeld mensen die helemaal geen groenten of fruit eten.
  • Mensen die weigeren om voedsel met een bepaalde smaak, kleur , geur of textuur te eten.
  • Mensen die zich beperken tot het eten van slechts enkele voedingsmiddelen of van alleen een bepaald merk.
  • Mensen die bepaalde voedingsmiddelen niet eten uit angst te moeten kokhalzen, overgeven, buikpijn te krijgen, te verslikken of te denken ervan te stikken. Bijvoorbeeld angst voor brokjes of stukjes in eten, graag alles glad willen pureren, etc.